Anne Dijk
Fahm Institut (June 22, 2019)
In 2016 vertaalde Anne Dijk 6 vredesverdragen n.a.v. het boek van Dr. Ilyas John Andrew Morrow. Deze verdragen zijn veelal vergeten documenten en kunnen een belangrijke rol spelen in dialoog, verbinding tussen gemeenschappen en speerpunten voor vrede bieden, vanuit islamitisch perspectief. Er wordt gewerkt aan een Nederlandse publicatie, welke mogelijk eind 2019 beschikbaar is. Houdt onze sociale media in de gaten of blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief. Daarvoor meld je je aan via info@fahminstituut.nl.
“Zoals de Qor’an genegeerd is geweest, zo werd de Sunnah ook verwaarloosd. Het meest verwaarloosde aspect van de Sunnah bestaat uit de brieven, overeenkomsten en verdragen van de Profeet Mohammed, vrede zij met hem en zijn familie. Terwijl veel moslims een aantal Surahs (hoofdstukken) uit de Qor’an en een handvol ahadith (overleveringen) kennen, zijn er slechts enkelen, of nauwelijks iemand, die de meer dan driehonderd brieven, overeenkomsten en verdragen kennen die door de Profeet, vrede zij hem hem, opgesteld zijn”. – Ilyas ‘Abd al-‘Alim Islam John Andrew Morrow
In een poging om deze leemte te vullen, publiceerde John Andrew Morrow (Ilyas ‘Abd al‘Alim Islam) in 2013 de The Covenants of the Prophet Muhammad with the Christians of the World (Angelico Press / Sophia Perennis) – De verdragen van de Profeet Mohammed met de Christenen van de Wereld. Om dit academisch werk toegankelijk te maken voor een breder publiek werd een zestal convenanten geselecteerd en vertaald in verschillende talen. Hij benaderde Anne Dijk om deze zes convenanten naar het Nederlands te vertalen. Op de volgende pagina kun je alvast 1 van die Verdragen van de profeet Mohammed met de Christenen van de wereld lezen.
Het verdrag van de profeet Mohammed met de christenen van de wereld
(Berg Carmel Manuscript) [Door de Profeet Mohammed] [In de naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.]
Het werd geschreven door Mohammed, de Boodschapper van Allah, de verkondiger en waarschuwer aan alle mensen, dat (Mohammed] aanspraak heeft gemaakt op de bescherming van Allah met betrekking tot de waarheid, en als een bewijs van Allah voor de christelijke religie in het oostelijke land en in het westen, Arabisch en niet-Arabisch, dichtbij of ver weg, bekend en onbekend. Dit document, dat voor hen klaargemaakt is, bevat een gezaghebbend verdrag, een welbekend certificaat en een testament van hem, dat gerespecteerd en beschermd moet worden.
Wie houdt van de islam, houdt zich eraan, en wie het verbond dat dit testament bevat verbreekt, en hij overtreedt het onder de niet-moslims, en wie tegen wat ik bevolen heb in gaat, heeft het verbond van Allah overtreden, ontkent de Eed van Allah en heeft Zijn Bescherming geminacht, of hij nou een sultan of iemand anders onder de gelovigen en de moslims is.
Ik beloof om allianties en beloften te maken met degenen die ze van mij en van al mijn moslimgezinnen vragen. Ik geef hen het Verbond van Allah en Zijn belofte en ik zet ze onder de bescherming van Zijn profeten, Zijn boodschappers, Zijn Elect, Zijn heiligen, (onder de bescherming) van de moslims en de gelovigen onder de eerste van hen en de laatste van hen. En mijn bescherming middels mijn pact is het meest solide verbond dat Allah een gezonden profeet heeft gegeven of een engel [of soevereine] die nabijgekomen is heeft gegeven. (Het pact heeft namelijk) het recht om gehoorzaamheid te eisen, de verplichtingen op te dragen, en heeft het respect van Allah.
Ik verlang van mijzelf om allianties aan te gaan met en beloften te doen aan degenen die mij daarvoor benaderen (vragen) en met al mijn families onder de moslims om hen het Verbond van Allah en Zijn Belofte te geven en ik geef hen een positie met de bescherming van Zijn Profeten, Zijn Boodschappers, Zijn Uitverkozenen, Zijn Heiligen, voor de moslims en de gelovigen, onder de eerste van hen en de laatste van hen. En mijn bescherming en mijn pact zijn de meest solide verbonden die Allah aan een gezonden Profeet gegeven heeft of aan een engel die nabijgekomen was. (Het pact heeft namelijk) het recht om gehoorzaamheid te eisen, de verplichtingen op te dragen, en heeft het respect van Allah.
Ik bescherm hun rechters binnen mijn versterkte landsgrenzen met mijn paarden en mijn mankrachten, mijn helpers, en mijn volgelingen, vanuit de gelovigen, uit elke regio van de regio’s van de vijand, of ze ver weg of dichtbij zijn, of het nu vrede of oorlog is, ik stel hen veilig. Ik geef de beveiliging aan hun kerken, hun bedevaartplaatsen waar ze ook zijn en waar ze ook kunnen worden gevonden, of ze nu in de bergen of in de valleien zijn, in de grotten of de bewoonde gebieden, in de vlakte of in de woestijn, of in gebouwen. En ik bescherm hun religie en hun eigendommen, waar ze ook zijn en waar ze kunnen worden gevonden in het land of op zee, in het Oosten en het Westen, op dezelfde manier waarop ik mijzelf bescherm, mijn opvolgers, en de mensen van mijn gemeenschap onder de gelovigen en de moslims.
Ik plaats ze onder mijn bescherming tegen elke schade of kwaad en stel ze vrij van eventuele vorderingen of zware verplichtingen. Ik sta achter hen, beschermen hen (zoals) mijzelf, door middel van mijn volgelingen, mijn helpers, en de leden van mijn religieuze gemeenschap.
Autoriteit hebbende over hen, moet ik over hen regeren, hen beschermen tegen alle schade en zekerstellen dat hen geen kwaad overkomt dat (ook) niet mij of mijn metgezellen overkomt. (De metgezellen) die samen met mij deze toegeschreven autoriteit beschermen. Ik bescherm hen tegen schade door het voorzien (van vrijstelling), zoals opgedragen aan de mensen van het pact, van de lening en de accijns voor het land, behalve wat ze zelf toestemmen te geven. Ze moeten niet gedwongen worden in deze zaak.
Het is niet toegestaan om een bisschop van zijn bisdom te verwijderen of een christen van zijn Christendom, een monnik uit zijn monastieke leven of een pelgrim van zijn pelgrimstocht (te weerhouden) of een kluizenaar uit zijn toren te verwijderen. Ook mag geen enkel (onder)deel van hun kerken worden vernietigd, om delen van hun gebouwen te nemen om (daarmee) moskeeën of de huizen van moslims te bouwen. Wie zoiets doet, zal het pact van Allah geschonden hebben, Zijn Boodschapper ongehoorzaamd hebben, en de Goddelijke Alliantie verraden hebben.
Het is niet toegestaan een persoonsbelasting of wat voor een belasting dan ook op te leggen aan monniken of bisschoppen, alleen (mag ontvangen worden) wat zij bereid zijn vrijwillig te geven.
De persoonsbelasting aan de bezitters van grote bedrijven, en zij die mijnen van waardevolle stenen exploiteren, goud en zilver, en zij die rijk zijn, en machtig, onder hen die het Christendom belijden, mogen niet meer dan twaalf dirham per jaar (betalen), zo lang zij inwoners en geen reizigers van deze landen zijn.
De reiziger, of die inwoners wiens woning onbekend is, is niet verplicht landbelasting of persoonsbelasting te betalen, tenzij hij land geërfd heeft waarover de heerser een geldrecht heeft. Hij moet geld betalen zoals anderen, zonder dat de kosten ten onrechte boven de maat van de middelen komen.
De arbeidskrachten die door eigenaren gefinancierd worden om die gebieden te bebouwen, vruchtbaar te maken en deze te oogsten, mogen niet overmatig worden belast. Laat ze op dezelfde manier betalen als aan andere vergelijkbare schatplichtigen werd opgelegd. De vrije niet-moslims die bescherming van de moslim genieten, zullen niet verplicht worden om met de moslims aan de oorlog deel te nemen om hun vijanden te bestrijden, om hen aan te vallen of om ze te pakken te krijgen. Inderdaad, zulke vrije niet-moslims zullen zich niet samen met de moslims in de oorlog mengen. Het is juist om hen vrij te stellen van deze verplichting dat dit pact is verleend aan hen, en ook om hen te verzekeren van de hulp en bescherming van de kant van de moslims. Hen zal niet verplicht gesteld worden om op pad te gaan met de moslims om hun vijanden te ‘ontmoeten’, noch wordt hen gedwongen om hun paarden of hun wapens te geven, tenzij zij vrijwillig een bijdrage leveren aan de zaak. Wie dat doet, zal worden erkend voor zijn daad.
Geen christen zal met dwang moslim gemaakt worden: En redetwist niet met de mensen van het Boek, behalve op de beste manier [29:46]. Zij moeten worden bedekt door de mantel van barmhartigheid. Weer elke schade af die hen kan bereiken, waar ze zich ook bevinden en in welk land ze ook kunnen zijn.
Als een christen op het punt staat een misdrijf of een overtreding te begaan, moeten de moslims hem voorzien in hulp, verdediging, en bescherming. Ze moeten zijn overtreding vergeven en zijn slachtoffer aanmoedigen zich hem hem te verzoenen, hem aansporen om hem te vergeven of op zijn beurt compensatie te ontvangen.
De moslims mogen de christenen niet in de steek laten en hen zonder hulp of bijstand achterlaten, omdat ik dit pact met hen heb gesloten in opdracht van Allah om ervoor te zorgen dat al het goede wat moslims overkomt, hen ook zou overkomen en dat welk kwaad de moslims overkomt, hen ook overkomt. Op grond van dit pact hebben ze onschendbare rechten verkregen om te genieten van onze bescherming, te worden beschermd tegen elke schending van hun rechten, zodat ze gebonden zijn aan de moslims, zowel in goede als in slechte tijden.
Christenen mogen niet worden onderworpen aan lijden, door misbruik, op het gebied van huwelijken die ze niet willen. Moslims mogen geen christelijke meisjes tegen de wil van hun ouders trouwen, noch mogen zij hun families onderdrukken in het geval dat ze hun aanzoek tot verloving en huwelijk geweigerd hebben. Dergelijke huwelijken mogen niet plaatsvinden zonder hun wens en instemming en zonder hun goedkeuring en toestemming. Als een moslim met een christelijke vrouw trouwt, moet hij haar christelijke geloof respecteren. Hij zal haar de vrijheid geven om naar haar [geestelijke] leiders te luisteren als ze dat wil en om het pad van haar eigen religie te volgen. Wie ondanks dit bevel zijn vrouw dwingt om in welk aspect dan ook tegen haar religie in te handelen, heeft het verbond van Allah verbroken en rebelleert openlijk tegen het verdrag van Zijn Boodschapper en Allah zal hem tot de bedriegers rekenen.
Als de christenen jou benaderen en hulp en bijstand van de moslims vragen om hun kerken en hun kloosters te repareren of om zaken te regelen die betrekking hebben op hun zaken en religie, moeten zij hen helpen en ondersteunen. Zij mogen dit echter niet doen met als doel het ontvangen van een beloning. Integendeel, ze moeten het (slechts) doen om die religie te herstellen, als trouw aan het pact van de Boodschapper van Allah, door zuiver vrijgevigheid, en als een verdienstelijke daad voor Allah en Zijn Boodschapper.
Op het gebied van oorlog tussen hen en hun vijanden, zullen de moslims geen christen in dienst nemen als een boodschapper, scout, gids, spion of voor een andere oorlogstaak. Wie één van hen verplicht om zoiets te doen, is een onderdrukker, een rebel tegen de Boodschapper van Allah en heeft een andere mening over Zijn Testament.
Dit zijn de voorwaarden die Mohammed, de Boodschapper van Allah, aan de Christelijke gemeenschap gesteld heeft, ten opzichte van hun religie en hun gemeenschap. Zij moeten vasthouden aan dit verdrag en respecteren waarmee zij ingestemd hebben.
Daaronder valt dat niemand fungeert als een verkenner, spion, hetzij openlijk of heimelijk, namens een vijand van de oorlog tegen een moslim. Geen van hen zal onderdak aan de vijanden van de moslims geven in hun huis, van waaruit ze het moment kunnen afwachten om aan te vallen. Mogen het aan deze vijanden [van de moslims] nooit worden toegestaan om te stoppen in hun gebied, zij het in hun dorpen, hun kerken, of op een andere plaats van hun geloofsgenoten. Zij mogen geen enkele steun aan de oorlogsvijanden van de moslims geven door ze in wapens, paarden, mensen, of iets anders te voorzien, noch mogen ze hen goed behandelen. Zij moeten elke moslim die bij hen stopt drie dagen en drie nachten herberg garanderen, inclusief hun dieren. Ze moeten hen hetzelfde voedsel bieden waarvan zijzelf leven, ongeacht waar ze zich bevinden en waar ze naartoe gaan. Echter zonder vervelende of zware lasten te verduren.
Als het voor een moslim nodig is om zich te verbergen in een van hun huizen of kerken, moeten ze hem gastvrijheid verlenen, hem hulp bieden, en hem van hun eten voorzien gedurende de hele tijd dat hij onder hen is. (Ze moeten) alles in het werk stellen om hem verborgen te houden en om te voorkomen dat de vijand hem vindt, (en) ondertussen (moeten zij) in al zijn behoeften voorzien.
Degene die hiermee in strijd handelt of de besluiten van dit contract verandert, zal buiten het Bondgenootschap tussen Allah en Zijn boodschapper worden gezet.
Moge iedereen zich houden aan de verdragen en bondgenootschappen die zijn aangegaan met koningen, de monniken en de christenen van de Mensen van het Boek, die ik zelf heb gecontracteerd, en aan elke andere verplichting die elke profeet aan zijn volk heeft gemaakt, om hen te verzekeren van beveiliging en trouwe bescherming, en om hen te dienen als een waarborg.
Dit mag niet worden geschonden of gewijzigd, tot het uur van de Opstanding en het einde van de Wereld.
Dit document, dat door Mohammed de Boodschapper van Allah geschreven is, is voor de Christenen die hem geschreven hadden en hem om dit convenant gevraagd hadden. Daarvan zijn getuige:
Abu Bakr al-Siddiq; ‘Umar ibn al-Khattab; ‘Uthman ibn ‘Affan; ‘Ali ibn Abi Talib Mu‘awiyyah ibn Abi Sufyan; Abu al-Darda’; Abu Dharr; Abu Hurayrah; ‘Abd Allah ibn Mas‘ud; ‘Abd Allah ibn al-‘Abbas; Hamzah ibn ‘Abd al-Muttalib; Fadl Zayd ibn Thabit; ‘Abd Allah ibn Zayd; Harfus ibn Zayd; al-Zubayr ibn al-‘Awwam; Sa‘d ibn Mu‘adh ; Thabit ibn Qays ; Usamah ibn Zayd ; ‘Uthman ibn Mat‘un ; ‘Abd Allah ibn ‘Amr al‘As; Abu Rabi‘ah; Hassan ibn Thabit; Ja‘far ibn Abi Talib; Ibn al-‘Abbas; Talhah ibn ‘Abd Allah; Sa‘d ibn ‘Ubadah; Zayd ibn Arqam; Sahl ibn Bayda’; Da’ud ibn Jubayr; Abu al-‘Aliyyah; Abu Ahrifah; Ibn ‘Usayr; Hashim ibn ‘Asiyyah; Zayd ibn Arqam; ‘Umar ibn Yamin; Ka‘b ibn Malik Ka‘b ibn Ka‘b
Mage Allah tevreden met hen allen zijn!
Opgeschreven door Mu‘awiyyah ibn Abi Sufyan en gedicteerd door de Boodschapper van Allah op maandag, precies aan het einde van de eerste vier maanden van het vierde jaar van de Hijra in Medina.
Allah volstaat als Getuige voor de inhoud van dit document.
Alle Lof aan Allah, de Heer der Werelden!